Middelen per Programmalijn inclusief mutaties reserves | Baten/ | Realisatie 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Zelfredzaamheid | Baten | 7.834 | 8.545 | 7.828 | 7.740 | 9.258 | 9.015 |
Lasten | 131.401 | 135.455 | 143.069 | 141.240 | 137.849 | 138.532 | |
Totaal saldo Programmalijn | -123.567 | -126.910 | -135.241 | -133.499 | -128.592 | -129.516 |
Begrotingsvoorstellen 2024-2027 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|
Jeugdzorg | -3.336 | -752 | ||
Woonplaatsbeginsel Jeugd | -2.970 | -2.374 | -2.374 | -2.374 |
SMI | -100 | -100 | ||
Herinvoering eigen bijdrage WMO | 1.464 | 1.415 | ||
Maatregelen hervormingsagenda | 1.623 | 884 | ||
Aanpak wachtlijsten | 200 | |||
Begeleiding WMO | 500 | 250 | 250 | 250 |
Begroting MGR 2024-2027 | 2.129 | 506 | 691 | 691 |
Overige voorstellen < € 0,1 miljoen | 45 | 45 | 45 | 45 |
Totaal programmalijn Zelfredzaamheid | -3.532 | -2.424 | 1.699 | 911 |
Voor wat betreft jeugdzorg zijn er drie begrotingsvoorstellen, i.c. jeugdzorg, hervormingsagenda en woonplaatsbeginsel, die verderop toegelicht gaan worden. Vanwege de samenhang en de complexiteit van de problematiek starten we met een inleiding op dit thema alvorens in te gaan op de afzonderlijke begrotingsvoorstellen.
Om te beginnen is er sprake van een autonome groei van kosten van de jeugdzorg vanwege toegenomen zorgzwaarte. We zien dat trajecten intensiever en langduriger worden. Dit betreft gecontracteerd en niet-gecontracteerde aanbod jeugdzorg
Jeugdzorg | ||||
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
-3.336 | -752 |
Gecontracteerd aanbod/ niet gecontracteerd aanbod jeugdzorg
Vanwege toegenomen zorgzwaarte zien we dat trajecten intensiever en langduriger worden. Dit betekent een toename van kosten: € 1,7 miljoen gecontracteerd en € 140.000 niet gecontracteerd. Deze kosten begroten we incidenteel omdat we verwachten dat de transformatie van de Jeugdzorg, de Hervormingsagenda en de herijking van het armoedebeleid een dempende werking kunnen hebben.
De continuering van de middelen is meerjarig gekoppeld aan het ‘scenario van hoop’ voor 2026 e.v. Dit betekent dat de financiële vertaling in meerjarenperspectief vooralsnog alleen heeft plaatsgevonden voor 2024 en 2025.
Jeugdzorg overig
- Landelijk Transitiearrangement (LTA): We zien door de toegenomen instroom de kosten voor de landelijke jeugdzorg oplopen en daarom nemen we voor 2024 € 700.000 incidenteel extra op. Omdat we niet kunnen voorzien in hoeverre dit een structurele ontwikkeling is en op basis van de instroom van de voorgaande jaren verhogen we het budget in 2025 met € 300.000.
- Verhoging budget jeugdbescherming / -reclassering NGA: de afgelopen jaren was de realisatie op dit budget € 90.000 terwijl het budget € 53.000 is. De begroting wordt hierop aangepast.
- Verlaging budget jeugd maatwerkdiensten PGB: Als gevolg van een groter gecontracteerd aanbod wordt er minder gebruik gemaakt van een PGB en zijn de kosten PGB jeugd met € 100.000 verlaagd.
- Verhoging budget jeugdvervoer: De toegenomen vraag voor vervoer jeugdhulp is naar verwachting structureel en daarom verhogen we het budget met € 53.000 structureel.
- Regionale aanpassing prognose jeugdbescherming en jeugdreclassering en regionale verdeelsleutel jeugd: De regio Noord-Limburg ziet een afname in het regionale gebruik van jeugdbescherming en jeugdreclassering. Daarentegen is sprake van een stijging van het Venlose aandeel. De kosten van het regionaal gecontracteerde aanbod worden door de gemeenten gedeeld op basis van een verdeelsleutel. Deze verdeelsleutel wordt grotendeels bepaald op basis van het feitelijke zorggebruik in het voorgaande jaar. Het aandeel van de gemeente Venlo is in 2023 44,74%, in 2024 zal het aandeel 53,29% zijn. Het percentage in 2023 was gezien de voorgaande jaren laag. We gaan vanaf 2025 uit van een regionaal aandeel van 50%. Per saldo leveren deze ontwikkelingen een stijging van de kosten op van ca € 900.000.
Woonplaatsbeginsel Jeugd | ||||
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
-2.970 | -2.374 | -2.374 | -2.374 |
Door wijziging van het Woonplaatsbeginsel zijn de uitgaven bij Jeugd structureel € 2,4 miljoen hoger. Kosten betreffen met name kleinschalig wonen en pleegzorg (segment 2). Van deze € 2,4 miljoen valt € 1,4 miljoen binnen het gecontracteerde aanbod en is € 1 miljoen niet gecontracteerd. Daarnaast zijn er incidentele kosten, dit betreft zorg uit de overige segmenten (€ 600.000). Dit zien we als incidentele kosten, omdat de verwachting is dat hier uitstroom op plaatsvindt.
De financiële effecten konden bij het opstellen van de Programmabegroting 2023-2026 nog niet worden ingeschat. Dit is de eerste keer dat deze kosten in de begroting meegenomen worden. Het gaat grotendeels om een structureel effect voor zowel gecontracteerd aanbod als niet-gecontracteerd aanbod. In de meicirculaire 2021 zat een structurele bijdrage van bijna € 1,5 miljoen die per 2022 in is gegaan. Hier is destijds geen beroep op gedaan om de hierboven genoemde reden. Achteraf blijkt dit bedrag niet toereikend te zijn voor de werkelijke kostenstijging naar aanleiding van de wijziging woonplaatsbeginsel.
Maatregelen hervormingsagenda | ||||
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
1.623 | 884 |
De Hervormingsagenda Jeugd is definitief vastgesteld. De Hervormingsagenda Jeugd betekent dat alle partijen in Nederland in volle vaart aan de slag gaan met de grootste hervorming van de jeugdzorg sinds 2015. De Hervormingsagenda Jeugd bevat een groot pakket afspraken om de jeugdzorg te verbeteren en financieel houdbaar te krijgen. Daarbij wordt van alle partijen inzet verwacht. Gemeenten en het rijk gaan structureel investeren in de landelijke kwaliteit en effectiviteit van jeugdhulp. Ook komt er een aanpassing van de Jeugdwet, waardoor duidelijker wordt waarvoor kinderen en ouders hulp kunnen krijgen. Op hoofdlijn bestaat de Hervormingsagenda uit maatregelen met (op termijn) het volgende besparingspotentieel:
- € 1 miljard vanaf 2026 op landelijk niveau (Ruim € 6 miljoen Venlo)
- Gereserveerd Rijksbegroting toevoeging gemeentefonds vanaf 2026 ruim € 300 miljoen (€ 1,8 Venlo)511 miljoen op landelijk niveau aanvullende bezuinigingsmaatregelen en risico Rijk (Ruim € 3 miljoen Venlo)
Éen van de principes is dat onvoorziene omstandigheden en autonome groei onder verantwoordelijkheid vallen van het Rijk.
Wij gaan met alle relevante partijen aan de slag met de implementatie van deze majeure en complexe Hervormingsagenda Jeugd. Op basis van een risico – analyse zijn wij, in tegenstelling tot het landelijke beeld, minder positief over de hardheid en realisme van het beoogde besparingspotentieel van de uitgaven van de jeugdzorg zoals verwoord in de Hervormingsagenda Jeugd. Vanwege de inhoudelijke opgave, de uitgevoerde risico – analyse en de complexiteit van de opgave nemen we in de meerjarenbegroting, in financiële zin, een voorzichtige daling van de kosten op in de begroting 2024-2027 ten opzichte van het vastgestelde financieel kader uit de Hervormingsagenda Jeugd.
Wij voorzien voor 2024 en verder daarom, vooralsnog een incidentele autonome groei van de kosten die voor onze rekening komt, gebaseerd op de Hervormingsagenda en het financieel kader dat onvoorziene omstandigheden en de autonome groei valt onder verantwoordelijkheid van het Rijk. Anderzijds wordt, in structurele zin, ongeveer één derde van het besparingspotentieel van de Rijksbezuinigingen in de begroting opgenomen.
Dit betekent dat, indien de Hervormingsagenda daadwerkelijk leidt tot realisatie van het beoogde begrotingspotentieel zoals opgenomen in de Hervormingsagenda, dit leidt tot een aanvullende daling van kosten en daarmee ruimte voor uitvoering van het scenario van ‘hoop’. Indien de Hervormingsagenda niet het beoogde effect oplevert betekent dit dat we als sector opnieuw in gesprek gaan met het Rijk over de toekenning van de in de Hervormingsagenda afgesproken financiële compensatie.
SMI | ||||
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
-100 | -100 |
Sociaal Medische Indicatie (SMI) wordt ingezet bij kwetsbare gezinnen ter voorkoming van het inzetten van duurdere jeugdhulp. De verwachting is dat de kosten gelijk zijn aan die van 2022 en 2023 derhalve wordt de begroting voor 2024 en 2025 opgehoogd met € 100.000.
De continuering van de middelen is meerjarig gekoppeld aan het ‘scenario van hoop’ voor 2026 e.v. Dit betekent dat de financiële vertaling in meerjarenperspectief vooralsnog alleen heeft plaatsgevonden voor 2024 en 2025.
Herinvoering eigen bijdrage WMO | ||||
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
1.464 | 1.415 |
In de meicirculaire 2023 is het volgende opgenomen: Het abonnementstarief in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015 wordt afgeschaft (geraamde opbrengst € 95 miljoen vanaf 2025) en in plaats daarvan wordt de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo 2015 heringevoerd (geraamde opbrengst € 225 miljoen vanaf 2026). Daarbij is het uitgangspunt dat zoveel mogelijk landelijk wordt aangesloten bij de vormgeving zoals die voorheen was met oog voor inkomenseffecten en het beroep dat wordt gedaan op de Wmo. Anders dan beoogd in het Coalitieakkoord verdwijnt het abonnementstarief niet alleen voor de huishoudelijke hulp, maar voor alle Wmo-voorzieningen waarop het abonnementstarief nu van toepassing is. Hiervoor wordt een wetsvoorstel voorbereid. Het huidige wetsvoorstel voor invoering van de passende eigen bijdrage huishoudelijke hulp (waarvan de inwerkingtreding per 2025 werd voorzien) wordt ingetrokken.
Aanpak wachtlijsten | ||||
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
200 |
Via andere budgetten is reeds inzet gepleegd om instroom te verminderen en eerder te kunnen afschalen. Het totale ingeschatte budget blijkt als gevolg hiervan niet volledig opgebruikt te worden, wat maakt dat er in 2024 € 200.000 kan vrijvallen ten gunste van het begrotingstekort op jeugd.
Begeleiding WMO | ||||
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
500 | 250 | 250 | 250 |
Op basis van de huidige bestedingen op het totaal aan producten begeleiding prognosticeren we voor 2023 nu een voordeel. Dit voordeel ontstaat met name omdat bij het opstellen van de begroting 2023 nog vanwege de nieuwe inkoopsystematiek en overzetting cliënten een aantal zaken onzeker waren. Op basis van de prognose 2023 en rekening houdend met een aantal ontwikkelingen ramen we voor 2024 een voordeel van € 500.000. De komende periode krijgen we te maken met uitwerking van plan om uitstroom uit Beschermd Wonen naar complexe ondersteuning lokaal te stimuleren, aanscherping criteria van de Wet Langdurige Zorg (WLZ) die druk gaat leggen op lokale begeleiding en verlenging van indicaties op begeleiding complex. En daarnaast vindt er een regionaal herijkingsonderzoek naar contract/prijsafspraken plaats. Dit alles gaat kostenverhogend werken. In 2024 verwachten we dan meer duidelijkheid te hebben over de impact van genoemde ontwikkelingen en de effecten op de kosten, vooralsnog ramen we het voordeel voor 2025 en verder op € 250.000.
Begroting MGR 2024-2027 | ||||
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
2.129 | 506 | 691 | 691 |
Met deze begrotingswijziging wordt de begroting van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling (MGR) 2024 verwerkt (college d.d. 9 mei. Registratienummer 22062 ). De MGR heeft in haar begroting een indexatiepercentage van 8% gehanteerd. Verder hebben we de kosten voor de uitvoering van de regionale beleidsagenda opgenomen (aandeel Venlo € 250.000). Dit betreft onder andere de kosten voor het organiseren van een pool van ervaringsdeskundigen en kosten voor een regionale anti-stigmacampagne. Daarnaast wordt een structureel bedrag van € 25.000 opgenomen voor de verhoging van de subsidie herstelacademie en indexering soepbus.
Bij de doordecentralisatie is er een verdeelsleutel afgesproken waarbij het aandeel Venlo voor 2022 en 2023, 28,47% is. Vanaf 2024 was de inschatting dat dit aandeel zou dalen naar 21% en hiermee is ook rekening gehouden in jaarschijf 2024 van de meerjarenbegroting 2023-2026. Ondertussen is de verwachting dat de verdeelsleutel pas vanaf 2025 wordt aangepast en blijft het aandeel Venlo in 2024 dus nog 28,47%. Dit heeft een incidenteel voordeel tot gevolg. Conform raadsbesluit worden de structurele middelen vanuit de meicirculaire 2023 van € 3,3 miljoen als dekking ingebracht.
Een voorlopige inschatting is dat er vanaf 2025 ook nog een voordeel blijft. Dit is een voorlopige raming die bij de volgende begroting wordt bijgesteld.
Tijdelijke opvanglocatie maatschappelijke opvang als gevolg van vertraging nieuwe locatie
Tot de tijd dat de duurzame opvang locatie voor zowel de winteropvang als ook ter vervanging van de opvanglocatie aan de Hogeweg 297 operationeel is, zijn hier meerkosten voor Venlo aan verbonden die voornamelijk bestaan uit beveiligingskosten en het organiseren van een winteropvang. We houden rekening met realisatie in Q4 2024 waardoor het realistisch is uit te gaan van meerkosten voor heel 2024 van € 230.000. Dit is gebaseerd op de begrote kosten in 2023. Deze kosten worden ten laste van de reserve Brede aanpak dak- en thuislozen gebracht en is hiermee budgettair neutraal.