Middelen per Programmalijn inclusief mutaties reserves | Baten/ | Realisatie 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Energietransitie | Baten | 2.232 | 10.626 | 4.248 | 4.265 | 2.000 | |
Lasten | 3.699 | 14.233 | 7.629 | 9.598 | 3.045 | 1.042 | |
Totaal saldo Programmalijn | -1.467 | -3.607 | -3.381 | -5.333 | -1.045 | -1.042 |
Begrotingsvoorstellen 2024-2027 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|
Een succesvolle warmtetransitie ervaring met een collectieve wijkaanpak | -350 | -350 | -350 | -350 |
Warmteconcepten en energiebesparing | -250 | -250 | ||
Overige voorstellen < € 0,1 miljoen | -75 | -25 | ||
Totaal programmalijn Energietransitie | -675 | -625 | -350 | -350 |
Een succesvolle warmtetransitie ervaring met een collectieve wijkaanpak | ||||
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
-350 | -350 | -350 | -350 |
Venlo heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om met behulp van overheidssubsidie (Proeftuin Aardgasvrije Wijken, hierna PAW) een warmtenet in Hagerhof-Oost te gaan realiseren. De toegekende subsidie is bedoeld om tegemoet te komen in de onrendabele top van het warmtenet om zodoende de businesscase te versterken en de haalbaarheid van het project te vergroten.
Bij de start van het project in 2021 zijn geen projectkosten opgevoerd, waardoor deze kosten jaarlijks incidenteel vanuit de reguliere programmamiddelen worden gefinancierd. Deze middelen staan voor de toekomst onder spanning doordat het programma ook op andere opgaven om middelen vraagt.
Door een incidentele toekenning voor 5 jaar van budget voor Hagerhof borgen we de voortgang van dit project, zonder dat dit ten koste gaat van de reguliere uitvoeringsmiddelen voor het programma Circulaire en duurzame hoofdstad. Dit wordt onder andere besteed aan de noodzakelijke communicatie en participatie, grondonderzoeken, een bodem-energieplan en inzet van de benodigde technische en juridische expertise.
Voorgesteld wordt om een projectbudget beschikbaar te stellen voor de realisatie van het warmtenet Hagerhof, voor de periode van de doorlooptijd van het project van 5 jaar (tot en met 2028). Het betreft een incidentele aanvraag van € 1.750.000, gemiddeld € 350.000 per jaar. Daarnaast is voor de uitvoering van dit project jaarlijks een bedrag van € 150.000 beschikbaar gesteld in de vorm van personele capaciteit. Dit betreft co-financiering vanuit het Rijk door de tijdelijke regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid (CDOKE), waarvoor geen extra middelen worden gevraagd.
Warmteconcepten en energiebesparing | ||||
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
-250 | -250 |
We gaan onze woningen verduurzamen door ze (stapsgewijs) van het aardgas af te halen. Dit doen we door energie te besparen en duurzaam te verwarmen. In de Transitievisie Gebouwde omgeving 2.0 omschrijven we dat dit voor een groot deel van de woningen gebeurt met een individuele oplossing (warmtepomp). Een warmtepomp vraagt om een financiële investering én om de juiste kennis. We willen voor inwoners deze drempel verlagen door het ontwikkelen van een aantrekkelijke regeling voor een brede groep woningeigenaren. Daarbij willen we voorzien in de (financiële en/of administratieve) bijdrage aan woningeigenaren in de aanschaf van een breed aanbod duurzame individuele warmteconcepten, uiteenlopend van maatregelen die resulteren in een forse energiebesparing (zoals een hybride warmtepomp), tot maatregelen waarmee de woning volledig van het aardgas af kan (all-electric warmtepomp). Met dit voorstel geven we ook invulling aan de aangenomen motie bij de Transitievisie Gebouwde omgeving die het college verzoekt om de lokale warmtetransitie een boost te geven en daarbij gebruik te maken van de kennis en ervaring van inwoners en lokale bedrijven.
We vragen een incidenteel budget van € 500.000 voor een lokale aanpak warmteconcepten en energiebesparing.
Besteding van de middelen vindt plaats in 2024 en 2025, gelet op de noodzakelijke voorbereidingstijd (opstellen regeling) en doorlooptijd van de subsidie en het project.
De continuering van de middelen is meerjarig gekoppeld aan het ‘scenario van hoop’ voor 2026. Dit betekent dat de financiële vertaling in meerjarenperspectief vooralsnog alleen heeft plaatsgevonden voor 2024 en 2025.