Binnen de programmalijn energietransitie onderscheiden we vier kernopgaven, namelijk grootschalige duurzame elektriciteitsopwek, energiebesparing, een toekomstbestendig energiesysteem én de warmtetransitie (van het aardgas af). Al deze opgaven hebben zowel grote ruimtelijke als sociale impact, waar al onze inwoners en bedrijven mee van doen hebben.
Maatschappelijke instellingen die worden geconfronteerd met fors gestegen energieprijzen, bedrijven die geen netaansluiting kunnen krijgen; zomaar een greep uit de nieuwe werkelijkheid. De onzekere energiemarkt heeft ons er allemaal van bewust gemaakt dat we de regie weer meer in handen moeten nemen. Door als huishouden, maatschappelijke instelling of bedrijf energie te besparen, duurzaam op te wekken, op te slaan of slim uit te wisselen, worden we minder afhankelijk van derden en kunnen aanmerkelijke voordelen behalen. Als gemeente pakken we onze rol door daarin te faciliteren en door zelf het goede voorbeeld te geven. Naast techniek is het vooral ook een forse gedragsverandering om te transformeren naar het nieuwe energiesysteem van de toekomst dat fundamenteel afwijkt van de bestaande situatie.
De nieuwe Transitievisie Gebouwde omgeving (2.0) is dit jaar vastgesteld. Daarbij zijn aanpassingen doorgevoerd in de warmteoplossingen per buurt waarbij een verandering zichtbaar is naar een grotere toepassing van de individuele warmteoplossing. De beleidsmatige vertaling hiervan heeft plaatsgevonden, waarbij nu versterkte aandacht is voor de uitvoering. Onder andere door gemeentebreed inwoners vanuit verschillende regelingen en advies te helpen met slimme maatregelen om te besparen en verduurzamen zoals isoleren, zonnepanelen en een (hybride) warmtepomp.
De energietransitie is ook een sociale transitie. We streven naar een rechtvaardige verdeling van lusten en lasten waarbij iedere inwoner mee kan doen. We gaan daarom samen met landelijke onderzoeksinstellingen en planbureaus aan de slag om inzicht te krijgen in de mogelijkheden om lokaal te sturen op een rechtvaardig energiebeleid. We wachten niet af op landelijke richtlijnen over rechtvaardigheid, maar nemen het voortouw om te bekijken wat er in Venlo nodig is om energie bereikbaar en betaalbaar te houden voor huishoudens en maatschappelijke instellingen. Daarbij blijven we aandacht hebben voor huishoudens met energiearmoede, door verder te gaan met onze bestaande passende regelingen zoals gratis advies, energievouchers en gratis isolatie. Ook continueren we, in aanvulling op de verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed, de stimuleringslening om maatschappelijk vastgoed versneld te verduurzamen en daarmee gemeenschaps- en sportaccommodaties te ondersteunen.
De noodzaak om de elektriciteitsinfrastructuur uit te breiden is een gevolg van de groeiende vraag naar duurzame elektriciteit. Een toekomstbestendig energiesysteem is betrouwbaar en flexibel en maakt gebruik van nieuwe energiedragers. Dit vraagt om slimme oplossingen, maar ook om grote investeringen vanuit de netbeheerder en het Rijk. Tegelijkertijd biedt de doorontwikkeling van ons energiesysteem ook kansen voor innovatie en meer autonomie. De productie van elektriciteit uit zon en wind is weersafhankelijk en niet stabiel. Een brede energiemix is daarom noodzakelijk. Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van energieopwek, opslag en warmte nemen we mee in de periodieke bijstelling van ons lokale energiebeleid.
Ook in regionaal verband wordt ingezet om te komen van beleid naar uitvoering. De RES regio Noord- en Midden Limburg ligt goed op koers. Niet alleen met plannen maar ook in de uitvoering worden resultaten geboekt. Zo zijn er ook binnen Venlo gebiedsverkenningen voor grootschalige opwek om op gemeenteniveau invulling te geven aan de RES-doelstellingen. Het opzetten van een kwalitatief toegeruste RES-organisatie waar in 2023 mee is gestart, is daarbij een belangrijke succesfactor voor toekomstig resultaat.
Binnen deze programmalijn meten we de emissie van CO2 en de hoeveelheid hernieuwbare energie. Tevens meten we het verbruik van elektriciteit per huishouden en aandeel van de woningen dat van het ‘gas af’ is.