Kwaliteit leefomgeving
Versterking van de ruimtelijke kwaliteit blijft een sleutelbegrip. Identiteit, oriëntatie, leef kwaliteit en vestigingsklimaat hangen hiermee samen. De groei van de stad en het aantal woningen naar een 110.000+ niveau vraagt om een (her)oriëntatie op de ruimtelijke structuur, waarbij zowel een verdere kwalitatief hoogwaardige verstedelijking van het binnenstedelijk gebied – meer stad – áls het versterken van natuurwaarden in het buitengebied – meer land – áls het ruimtelijk invullen van nieuwe energiebronnen en klimaatopgave gelijkwaardige aandacht moeten krijgen. Als een drager van lokale en regionale identiteit vormt behoud, benutting en versterking van erfgoed een cruciale factor hierin. Dit alles komt tot uitdrukking in de nieuwe Omgevingsvisie (vaststelling in 2024).
In 2024 treedt de Omgevingswet in werking. Vanuit de doelen van de Omgevingswet (integraal, gebiedsgericht en participatief) blijven we werken aan de verbetering van de begeleiding/uitwerking van nieuwe initiatieven én van de besluitvorming bij vergunningverlening. De participatie van omwonenden en andere belanghebbenden, wordt onder de Omgevingswet in meer gevallen verplicht en dat vraagt in toenemende mate om juridische expertise. Bovendien komen met de inwerkingtreding van de Omgevingswet méér wettelijke bodemtaken vanuit de kleinere gemeenten in RUD-verband naar Venlo toe.
De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) treedt samen met de Omgevingswet in werking. De Wkb moet zorgen voor een betere bouwkwaliteit tegen lagere kosten waarbij bouwers en initiatiefnemers meer eigen verantwoordelijkheid krijgen. Deze wijzigingen kunnen vanaf 2024 (negatieve) financiële effecten hebben op de inkomsten uit (bouw)leges. Dat vraagt om een herziening van de toetsingskaders, voor vergunningverlening, toezicht en handhaving.
We zien dat de verhoudingen in het ruimtelijk domein in de afgelopen 2 jaar zijn verschoven doordat het rijk de regie weer naar zich toetrekt. Vanuit de rijksprogramma's NOVEX en Mooi NL is in 2023 heeft de provincie de opdracht gekregen om te komen met een 'ruimtelijk voorstel' op basis waarvan integrale en gebiedsgerichte keuzes ten aanzien van de verdeling van de ruimte kunnen worden gemaakt. De komende jaren zal dit steeds concretere vertaald worden in zogenaamde ruimtelijke arrangementen tussen provincie en rijk. We proberen vanuit Venlo c.q. vanuit de regio onze lokale en regionale opgaven hieraan te verbinden.
De Maas is in vele opzichten belangrijk en beeldbepalend voor Venlo en de regio. De ruimtelijke kwaliteit van het unieke terrassenlandschap en de cultuurhistorische waarden van de Maasvallei bieden kansen om een ruimtelijke én economische meerwaarde te creëren op het gebied van wonen, werken, en recreëren. De bescherming tegen hoogwater door het waterschap (het realiseren van veilige en duurzame dijken) staat nooit op zichzelf, maar raakt aan de verstedelijking en dorpsontwikkeling, openbare ruimte, toerisme en natuur. Vanuit de gemeente zetten we bij deze projecten in op het verbeteren van de leefkwaliteit en de ruimtelijke kwaliteit. Door waar mogelijk het slim combineren van onze eigen (gebiedsontwikkelings) opgaven met dijkversterkingen, dijkverlegging en rivierverruiming. Dit is ook onze insteek bij maatregelen (zoals beekherstel, aanleg natuurvriendelijke oevers en kwelgeulen) die het waterschap en Rijkswaterstaat uitvoeren om de ecologische waterkwaliteit te verbeteren (Kaderrichtlijn water).
Op basis van integrale gebiedsvisie voor de wijk Vastenavondkamp , waarin fysieke, economische en sociale maatregelen samenkomen, geven we uitvoering van de versterking van het winkelcentrum, het verbeteren van de openbare ruimte en de sociale woningvoorraad. In 2024 wordt een begin gemaakt met de planontwikkeling voor de herstructurering van de Geresstraat e.o.
In de Integrale Visie op de Openbare Ruimte is vastgelegd dat de openbare ruimte steeds meer ook het directe leefgebied is van inwoners, bezoekers en gebruikers van de stad. Daar hoort bij dat planmatig beheer & onderhoud en vervangingsinvesteringen gekoppeld worden aan andere beleidsdoelstellingen zoals klimaatadaptatie, energietransitie, vergroening, gezondheid, inclusiviteit maar ook aan specifieke gebiedsontwikkelingen (werk met werk maken) en burgerbetrokkenheid. Daardoor wordt een integraler niveau van werken bereikt, dat kosteneffectiever en vriendelijker is voor inwoners: ontwikkelend beheer .
In 2021 is het beheerplan Groen en Water vastgesteld en is gestart met het uitvoeren van uitgesteld onderhoud. Inmiddels zijn we de achterstand in het beheer en onderhoud van groen en water aan het wegwerken. En dat betekent dat we nu in de fase komen om de basis op orde te houden en zodoende structureel invulling kunnen geven aan het gewenste ruimtelijke kwaliteitsniveau in de stad en de opgaven op het gebied van klimaatadaptatie, biodiversiteit, ecologische groenbeheer en leefbaarheid verder vorm te geven.
We willen een schone gemeente, tevreden bewoners, geen vervuiling van het milieu en circulair gebruik van maaisel. Dit sluit aan bij de wensen uit het coalitieakkoord en het grondstoffenkader Van afval naar grondstof dat eind 2023 is vastgesteld. Als gemeente kunnen we een belangrijke bijdrage aan een circulaire economie door het ontstaan van afval zoveel mogelijk te voorkomen, geproduceerd afval maximaal te scheiden en recyclen, en grondstofketens te sluiten. De noodzaak hiervoor is tweeledig, en wordt zowel vanuit economisch als vanuit ecologisch oogpunt ingegeven. De kosten voor inzameling en verwerking van afvalstoffen nemen (wereldwijd) toe en de opbrengsten nemen (wereldwijd) af. Deze kosten dragen, samen met de rioolheffing en onroerendzaakbelasting, rechtstreeks bij aan de woonlasten van inwoners. Van afval naar grondstof moet helpen deze kosten te beheersen, en de stijging van de woonlasten te beperken.
Venlo bruist, de stad is het visitekaartje en een positieve beleving en adequaat voorzieningenniveau zijn hierin essentieel. Het gemeentelijk vastgoed speelt hierin een grote rol. Ons vastgoed is immers dienstbaar aan onze inwoners die gebruik maken van sportvoorzieningen, maatschappelijke accommodaties en cultuurgebouwen als ook aan onszelf (ambtelijke huisvesting). Dit merken we in toenemende mate in de dynamiek, de benodigde middelen, maar ook in de complexiteit die hiermee gepaard gaat. We zetten de aanpak van de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed/sport en onze ambtelijke huisvesting stevig voort om niet alleen de hoge energiekosten te temperen, maar ook om in 2030 de landelijke doelstelling van minimaal 55% CO-2 reductie te behalen.
Portefeuillemanagement , het sturen op de vastgoedportefeuille, is essentieel: het stelt ons in staat om gronden en gebouwen effectief dienstbaar te maken aan onze gemeentelijke beleidsdoelen en te sturen op maatschappelijk rendement. Het stelt ons bovendien in staat om te sturen op de toekomstbestendigheid (en waardevastheid) van de vastgoed-voorraad, waardoor we bewuste en verantwoorde keuzes maken gerelateerd aan de actuele ontwikkelingen en daarmee gemoeide investeringen.